Een winter zonder wafels, dat kon niet bij ons thuis. In de maanden november tot februari ging het wafelijzer nooit in de kast. Nu bakte mijn moeder lekkere wafels, maar bij mijn tante Clara wafels gaan eten was dé max. Ze was de superwafelbakster van de familie en haar recept kreeg dan ook een speciaal plaatsje in mijn kookschrift. Hoe ik me ook inspan, echt zoals tante heb ik ze nog nooit kunnen maken. Als ik haar dat zei, troostte ze me met de melding dat veel afhangt van het ijzer.
TVT-smaakmaker Tine Bral

Brusselse wafels (ca. 20 wafels)
500 g bloem
25 g gist
200 g gesmolten boter
1/2 dl melk
1/2 l water (lauw)
4 eieren (geel en eiwit apart)
snufje zout
olie
Los de gist op in een kopje lauw water.
Klop de eiwitten stijf.
Zeef de bloem in een hoge kasserol en maak in het midden een kuiltje. Doe er de gist in en meng met een weinig bloem. Roer er vervolgens de rest van het water, de melk en de eierdooiers door.
Voeg daarna beurtelings de gesmolten boter en de stijfgeklopte eiwitten toe, eindig met het zout.
Laat het deeg op een warme plaats rijzen, totdat de hoeveelheid verdubbeld is.
Olie het wafelijzer in en laat heet worden tot het rookt. Bak het deeg tot wafels.
Dien de wafels warm op samen met poedersuiker of donkere bruine suiker (mijn lieveling) en boter op kamertemperatuur.
Recept en tekst Tine Bral
Foto Marc-Pieter Devos